Menkman, W. R.,
De West-Indische Compagnie, Amsterdam: P.N. Van Kampen & Zoon N.V., 1947.
From the Foreword:
Onze twee groote, in de zeventiende eeuw tot stand gekomen organisaties voor het verkeer met vreemde werelddeelen hebben nog bij haar leven haar biografen gehad. Beeindigde echter Mr Pieter van Dam zijn beschrijving van de constitutie, de regeering en den handel der oost Indische Compagnie in 1701, bijna honderd jaar na haar stichting, Joannes de Laet gaf zijn Iaerlyck Verhael van de verrichtingen der Geoctroyeerde West Indische Compagnie in 1644 uit en behandelde in dedertien boeken zijner Historie de wederwaardigheden der in 1621 opgerichte maatschappij, waarvan de auteur zelf een der eerst bewindhebbers geweest was, slechts tot her jaar 1637.
Dutch West India Company (Dutch: Geoctroyeerde Westindische Compagnie or GWIC; English: Chartered West India Company) was a chartered company (known as the "GWC") of Dutch merchants. Among its founding fathers was Willem Usselincx (1567-1647?). On June 2, 1621, it was granted a charter for a trade monopoly in the West Indies (meaning the Caribbean) by the Republic of the Seven United Netherlands and given jurisdiction over the African slave trade, Brazil, the Caribbean, and North America.
Cited in
Caribbean Studies © 1972.
Cited in
Caribbean Quarterly © 1959.
Cited in
The Journal of Economic History.
Cited in
Journal of African History, XIII, 2 (I972), pp. 237-248.
No comments:
Post a Comment